.jpg "Few4kids")
Naaien
Heb jij ook op zolder en naaimachine staan nog van je oma of heb jij zelf ooit eens een gekocht. Wil je deze weer eens gaan gebruiken maar heb je geen idee en heb jij ook de onderstaande vragenWaar moet ik beginnen?
Wat heb ik nodig?
Waar moet ik rekening mee houden?
Het lijkt mischien allemaal moeilijk om te beginnen wanneer je geen ervaring hiermee hebt, maar dat valt allemaal mee. Iedereen kan naaien dus ook jij, begin alleen met iets wat niet al te moeilijk is, werk netjes en doe het allemaal stap voor stap. Dan komt het goed en voordat je het weet heb je het zo wat moois gemaakt zonder geld kwijt te zijn aan naailessen die overal worden aangeboden.
Wil je wel graag zien hoe iemand het doet of je ergens meer in verdiepen, dan kun je op internet veel naailessen en filmpjes terug vinden.
1. Materiaal
De basis benodigheden voor naaien zijn, een stofschaar, een meetlint, spelden, naalden, garen en een tornmesje.
Wil je een jasje of blazer maken, dan is dit vaak moeilijker dan een rokje of een broekje. Start met een lage moeilijkheidsgraad. Hierdoor blijft het overzichtelijk, zie je sneller resultaat, en zul je ervaren hoe leuk naaien is!
2. Stof
Geschikte stoffen zijn in veel winkels en webshops te verkrijgen. Heb jij al bedacht wat je zou willen maken, want dat maakt het heel veel makkelijker bij het vinden van een stof. Bij het uitzoeken van een stof komt meer kijken dan alleen een leuk kleurtje of printje. Kijk ook goed naar de omschrijving van de stof want er zitten ook enorme verschillen in de kwaliteit van stoffen. Wil je meer over stof soorten lezen, dat kan hier.
Het is verstandig om te beginnen met katoenen stof, werken met jersey of andere soepele stoffen maakt van een simpel patroon toch een ingewikkeld project.
3. Wassen
Je hebt je stof binnen en wil direct aan de slag om jouw creaties te maken, maar doe dat niet! Maak er een gewoonte van om de stof van te voren te wassen voordat je ze gebruikt. Vooral katoen en linnen kunnen nogal eens krimpen, of ze geven af op je andere stoffen. Als je eerst iets naait voordat je de stof wast kan dat dus vervelend uitpakken en kan bijvoorbeeld de kleding te klein of te strak worden.
4. Patroon
Knip de patroondelen uit met een papierschaar.
Vouw de stof dubbel in de lengte door de zelfkanten op elkaar te leggen. Door de stof dubbel te vouwen heb je twee lagen stof, hierdoor is het makkelijk om twee dezelfde delen tegelijk te knippen. Wanneer je bepaalde patroondelen aan de stofvouw neerlegd dan krijg je een symetrisch deel, wat handig is en tijd bespaard.
Zorg er wel voor dat de stof zo glad mogelijk op de tafel ligt. In sommige beschrijvingen staat aangegeven hoe de patronen op de stof kunnen worden gelegd. Je kunt de stofvouw verschuiven, als je maar de zelfkanten parralel aan elkaar laat liggen. Veel patroondelen moeten recht van draad worden geknipt. Zorg ervoor dat de pijl in de lengterichting van de stof wijst, dit voorkomt dat het kledingstuk gaat vervormen of minder mooi valt.
5. Proeflapje
Voordat je met je project begint is het handig om te starten met een proeflapje. Met je proeflapje ben je vrij om te proberen wat je zelf wilt. Kijk welke instellingen je moet hebben en probeer eens wat naaisteken uit. Ook is het belangrijk om te kijken of je de juiste naalden gebruikt ten opzichte van de stof en welke steken je wil gebruiken.
Als je het naaien al een beetje onder de knie hebt blijft het handig om proeflapjes te maken aan het begin van een nieuw project. Zo kun je even checken of je steken of de spanning nog wilt aanpassen.
Reacties